Na een flink aantal jaren heb ik mijn oude hobby weer opgepakt. Handwerken. Het schijnt dat je, als je ouder wordt, weer meer terugdenkt aan ‘vroeger’. In mijn kinderjaren leerde ik weliswaar op school de fijne technieken van het handwerken, maar aangezien één van mijn oma’s bij ons inwoonde, hoefde ik nooit te breien of te haken. Dat deed zij. De hele dag, als het aan haar lag. Ik had dan ook altijd een acht voor haar huiswerk. Ik vraag me nog steeds af of mijn handwerkjuf dat nou echt niet in de gaten heeft gehad.

Ik doe eindeloos met mijn garens

Het tikken van de breipennen en het hardop tellen van mijn oma waren een vast onderdeel van het dagelijks ritueel. Daar er drie bij op en daar er drie vanaf. Ik heb nog steeds washandjes, handdoeken, beddenspreien en pannenlappen van haar hand. Want ze ging wel voor duurzaam. Net als een overgrootmoeder van mij. Als meisje van vijf haakte ze al prachtige kanten stroken aan haar onderjurken. Ik heb een foto waar we samen op staan. Ik was toen drie. Mijn overgrootmoeder was tijdens het fotomoment nagenoeg blind, maar haar verfijnde haakwerk vertoont geen enkel foutje. Kennelijk kun je, door iets je hele leven te doen, dat op het laatst op gevoel. Een soort automatische piloot vanwege de constante herhaling van handelingen.

Pietje Precies

Hoogstwaarschijnlijk heb ik de handwerkgenen uit beide families geërfd. Tel daar bij op dat ik een ongelooflijk Pietje Precies ben en u zult snappen dat ik niet anders doe dan uithalen en opnieuw proberen. Want het moet wel goed. En ook als een ander nergens een foutje kan ontdekken, dan weet ík waar het niet goed is gegaan en zie ik alleen dat stukje nog maar. Dus weg ermee en opnieuw. De grootste ergernissen, overigens, zijn niet eens de fouten die opnieuw moeten, maar is het ontdekken dat je nét een beetje garen te kort komt als je aan het eind bent. En dat ik het dus verkeerd heb ingeschat.

In de tussentijd blijven we broddelen

Ik heb wel eens garen bijbesteld om iets af te kunnen maken. Maar het kleurbad van hetzelfde product bleek totaal anders, dus het was geen gezicht en de hele boel ligt nu uitgehaald te wachten. Als iets het net niet is, dan verdwijnt het in een donkere doos en kijk ik er pas weer naar om als ik er een andere bestemming voor bedacht heb. Dat geldt ook voor dingen die ik wel heb afgemaakt, maar waar ik vervolgens toch niet tevreden over ben. Ik doe eindeloos met mijn garens. Dat dan weer wel.

Verbroddeld

Bij God is dat anders. Ik denk wel dat hij nog secuurder is dan ik me voor kan stellen. Maar uithalen en er niet meer naar omkijken is niet hoe hij werkt. Hij kijkt dagelijks naar mij om. En aan het eind van de aardse geschiedenis beginnen we weer helemaal opnieuw. Dan worden alle foutjes uit dit leven weggewerkt doordat er een hele nieuwe hemel en nieuwe aarde komen. Openbaring 21:1 vertelt daarover. Dan wordt alles zoals het in het begin bedoeld was. Een perfect patroon.

In de tussentijd blijven we broddelen. Maar God ziet ons broddelwerk met liefde aan. In zijn ogen zijn we enorm waardevol. Natuurlijk ziet hij onze onvolmaaktheden, maar hij keert zijn oog er niet vanaf zoals ik dat doe met mijn handwerkjes. Integendeel. Wij zijn zijn oogappels, hoe verbroddeld ook.

Dit blog is van Joanne Balk-Geerlings en verscheen in Contact 3 van 2017. Contact is het kwartaalblad van het ESDA-instituut. 



Source link

CategoryNews
Write a comment:

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

© 2021 Bethanië Church all rights reserved.

Follow us: