Mijn kleine nichtje liep te snotteren door het huis. De verkoudheid had flink toegeslagen. ‘Mijn neus zit verstopt’, verzuchtte ze. ‘Hè?’, vroeg mijn nog kleinere neefje. ‘Hoezo? Ik zie hem toch nog?!’
Er was wel eens vaker een Babylonische spraakverwarring. Vooral wanneer het om de intonatie van een woord ging, zoals bij het woord ‘schatje’. Intonatie in de spraak wordt gezien als een vorm van lichaamstaal. Als je bijvoorbeeld op straat wordt nageroepen met ‘schatje’, dan is daar niets schattigs aan. Een woord kan door de intonatie een heel andere betekenis krijgen, zelfs het tegenovergestelde.
Salomo
In de Bijbel attendeert het boek Spreuken ons er op dat een woord, in de juiste vorm gesproken, is als gouden appelen op een zilveren schaal (Spreuken 25:11, NBG-vertaling). Dit bijbelboek wordt voor het grootste deel aan Salomo toegeschreven. De koning die alles mocht vragen aan God wat hij maar wilde en voor wijsheid koos. Hij vroeg God om een opmerkzame geest, zodat hij goed van kwaad kon onderscheiden. Salomo realiseerde zich dat hij best nog wel jong was om een heel volk te leiden. En omdat hij niet om rijkdom vroeg, of om grote militaire overwinningen, maar om het vermogen om te luisteren (1 Koningen 3:10–12), gaf God hem rijkelijk van al de rest ook. God belooft hem zelfs dat hij hem zoveel wijsheid en onderscheidingsvermogen zal geven, dat Salomo iedereen voor hem en na hem zou overtreffen.
Niemand is perfect
Maar altijd het juiste woord op de juiste plaats, met de juiste toon en de juiste intonatie, dat is nogal wat. Want niemand is perfect. Ook Salomo niet. Zijn beoordelingsvermogen begon te vertroebelen. Hij was niet de eerste en ook niet de laatste die op het hoogtepunt van zijn succes ten onder ging. Waar ging het dan mis?
Waarschijnlijk liet Salomo zich toch verblinden door ‘al het andere’. Zijn hart werd meegevoerd, vertelt de Bijbel ons. Misschien was alles wel zo gewoon voor hem geworden, dat hij de zegeningen niet meer zo goed zag. En de juiste intonaties niet meer helder had. Op zijn eigen wijsheden begon te vertrouwen, in plaats van op God. Maar God liet hem niet los en gaf hem diverse aanwijzingen om het anders te doen. God was duidelijk, maar helaas liep het in het geval van Salomo op niets uit.
Duidelijk
God is nog steeds heel duidelijk in zijn bedoelingen. Hij heeft er alles aan gedaan, doet er alles aan en zal er alles aan blijven doen om ons niet los te hoeven laten. Het is aan ons of we daar op in willen gaan. God kan niet ontrouw zijn. Hij wil altijd opnieuw met ons beginnen. Daar hoeft geen misverstand over te bestaan. Hij zegt het telkens opnieuw tegen ons in zijn onveranderlijke Woord, de Bijbel.
Dit blog is van Joanne Balk-Geerlings en verscheen in Contact 1 van 2018. Contact is het kwartaalblad van het ESDA-instituut.