Jorgina was al veertig jaar adventist. De laatste tien a twaalf jaar van haar leven woonde zij in Portugal, maar lange tijd woonde ze in Haarlem. Daar ging zij ook naar de kerk, waar ze enorm geliefd was onder haar medekerkgangers.
Ze stond bekend om haar gastvrijheid en nodigde vaak mensen uit om bij haar te komen eten na de dienst. Iedereen was gek op haar kaaspasteitjes!
Het Nederlands kon ze niet goed verstaan, maar toch wist Jorgina vel contacten te maken in de kerk. Eén van hen leerde zelfs Portugees om met haar te kunnen praten.
Jorgina was eenvoudig en erg lief. Soms was zij eigenaardig, maar iedereen die haar kende, wist dat het wel goed zat.