Op 1 juni startte ds. Rob de Raad officieel als nieuwe voorzitter van de Nederlandse Adventkerk. ‘Het is weer een nieuwe uitdaging’, zegt hij, ’ik heb zin om de schouders eronder te zetten. Met een e-mailstoring is dat even een stuk uitdagender, maar gewerkt wordt er.’ Bestuurlijke functies had hij al veel in de kerk. ‘Ik denk dat ik een goede gemeentepredikant ben, maar heel eerlijk: ik vind bestuurlijk werk leuk. En ik ben blij met het team: ik denk dat Enrico (ds. Karg, red.), Istrahel (Schorea, red.) en ik goed kunnen samenwerken.’
Midden
‘Ik wil een voorzitter zijn die er is voor alle leden, een voorzitter van het midden. Ik houd van het midden, niet van extreem aan de ene of andere kant. Er moet een balans zijn; ik hoop een voorzitter te zijn waar mensen contact mee kunnen opnemen en ik wil toegankelijk zijn: mensen moeten alles tegen me kunnen zeggen.’
‘Dat betekent niet dat ik altijd aan alles tegemoet kan komen, maar ze moeten wel alles tegen me kunnen zeggen. Ik hoop ook regelmatig in het land te zijn.’
Met elkaar
Naast de financiën (‘die moeten gewoon op orde) wil ds. De Raad het vertrouwen in de kerk herstellen. ‘Er zijn grote groepen die het gevoel hebben dat hun stem niet of onvoldoende gehoord wordt. Die tegenstelling gaat door allerlei lagen heen en willen we het vertrouwen herstellen, moeten we naar iedereen luisteren. De stromingen die we in Nederland hebben zijn niet uniek. Misschien zijn ze iets sterker aanwezig doordat de kerk hier kleiner is en daardoor meer opvallen.’
‘We zijn een team’
Ds. De Raad wil de dialoog bevorderen. ‘Het gaat niet alleen om elkaars persoonlijkheid respecteren, maar ook elkaars theologische overtuiging. We moeten wel accepteren dat we de Bijbel lezen door een bepaalde bril, die wordt gekleurd door onze persoonlijkheid, onze opvoeding … Daarom komen we soms tot andere conclusies. Dat is oké, zolang we met elkaar in discussie blijven. In het beleid probeer ik daar handen en voeten aan te geven en er een balans in te vinden. Ik besef dat we kerk zijn met elkaar. We zijn een team.’
Zure appel
De eerste periode zal niet makkelijk zijn. ‘We moeten uren terugbrengen op het Landelijk Kantoor en in het predikantencorps, dat laatste via natuurlijk verloop. Dat is geen leuke klus, want het betekent dat je afscheid moet nemen van mensen. Maar wel op een goede en zuivere manier. We zijn wel kerk, je wilt voor je mensen zorgen en meer doen dan in de maatschappij zou gebeuren. We moeten dat nu maar als eerste en heel snel doen. We gaan de zomer in en we willen mensen niet in onzekerheid laten zitten.’
Ook moeten er keuzes worden gemaakt over de aanbevelingen van het afgetreden Algemeen Kerkbestuur aan het nieuwe Landelijk Bestuur. ‘Naast de aanbeveling van bezuinigingen en dichter op de gemeente te opereren, was er de suggestie naar één groot “superdepartement” te gaan. Ook dat is door bezuinigingen ingegeven, en de eerste vraag die beantwoord moet worden: nemen we die aanbeveling aan? Welke kant gaan we op?’
Het eigenlijke werk
Ds. De Raad is blij met wat er uit het plannencomité is gekomen. ‘Zonder dat het al is uitgewerkt, zodat je als bestuur zelf kunt besluiten hoe je daar beleid op gaat maken.’
‘Het gaat niet alleen om bezuinigingen, maar ook om het eigenlijke werk, dat plaatsvindt in de gemeenten. Ik probeer niet de landelijke programma’s onderuit te halen. Misschien moeten we kijken naar wat we erg goed doen en dat landelijk houden.’ Daarnaast, vindt ds. De Raad, moet de behoefte van de plaatselijke gemeente in kaart worden gebracht. ‘Dat betekent maatwerk en is een hele nieuwe manier van werken.’
‘Het zijn allemaal makkelijk te benoemen uitdagingen, waar wel een hele cultuuromslag in gaat zitten,’ zegt hij. Lachend: ‘Uitdaging vind ik wel leuk.’
Balans
Ds. De Raad woont met zijn vrouw in het noorden. Zijn kinderen, een dochter en een zoon, zijn volwassen. ‘Ik vind een heleboel dingen interessant en leuk. Sommige van die interesses zie je terug in je kinderen en dat geeft leuke gespreksstof. Mijn zoon is bijvoorbeeld al over de hele wereld geweest en daar houd ik ook van, ik wil zo veel mogelijk van de wereld zien.’ Deze zomer wordt dat lastig: ‘in elk geval niet voor een lange periode achter elkaar.’
Sport is een uitlaatklep voor ds. De Raad. ‘Ik loop hard om een balans te vinden tussen werk en gezondheid. Ik blijf er slank bij.’
Boodschap
‘Iedereen moet zich thuis voelen’
‘Iedereen moet zich thuis voelen en veilig zijn in de kerk, los van waar je in het theologisch spectrum staat.’ Het moet een plek zijn waar mensen echte vriendschappen hebben, waar je kunt groeien in geloof. Niet alleen als consument in de kerkbank, het is ook een plek waar je bewust wordt van je eigen gaven en talenten, die je in kunt zetten. Want dat vraagt de Heer ook van je. We hebben een boodschap die bijdraagt aan het welzijn van mensen.’ En dan kom je weer terug bij de gemeenten, waar die boodschap in de eerste plaats wordt uitgedragen.