Adventisten hebben 28 geloofspunten afgesproken waar ze samen voor staan. Sommige geloofspunten komen regelmatig aan de orde in de kerk, andere wat minder. Advent bespreekt elke keer een paar geloofspunten. Zodat ze ons weer helder voor de geest staan. En zodat we weten wat we geloven. Dit keer geloofspunt 15: de doop.
DE DOOP
Door de doop laten wij zien dat we geloven in de dood en opstanding van Jezus Christus. We getuigen daarmee van onze dood voor de zonde en ons voornemen om als nieuwe mensen te leven. Zo erkennen wij Christus als Heer en Redder, worden wij zijn volk en worden wij door zijn kerk als leden aanvaard. De doop is een symbool van onze verbondenheid met Christus, van de vergeving van onze zonden en van het feit dat wij de heilige Geest hebben ontvangen. De doop vindt plaats door onderdompeling in water, op belijdenis van het geloof in Jezus en op grond van het tonen van berouw voor zonden. De doop volgt op onderwijs vanuit de Bijbel en aanvaarding van dit onderwijs.
(Matteüs 28:19, 20; Handelingen 2:38; 16:30–33; 22:16; Romeinen 6:1–6; Galaten 3:27; Kolossenzen. 2:12, 13.)
WAT VOORAFGING
In voorgaande artikelen kwam kort samengevat het volgende aan de orde. De Bijbel is het geïnspireerde woord van God en vertelt ons wie God is. We leren echter ook onszelf kennen. Hij luisterde naar de slang, wilde aan God gelijk zijn en werd een zondaar. De aarde was vanaf dat moment oorlogsgebied. Daar woedt de grote strijd tussen goed en kwaad. God heropende de weg naar zijn koninkrijk door Jezus Christus. Door het lichaam van Jezus Christus, zijn gemeente, krijgt de mens al een beetje zicht op dat rijk van God. De opdracht aan de gemeente is te leven volgens de beginselen van dat koninkrijk. Dat lukt niet uit eigen kracht, maar alleen door God toe te laten in je leven.
Als elke gemeentelid dat doet dan is het fundamentele kenmerk van de gemeente, eenheid, het logische gevolg. De beste voorstelling van de gemeente is die van het lichaam van Christus. Een lichaam richt zich in principe nooit tegen een deel daarvan. Om een lichaam goed te laten functioneren heb je elk deel nodig. Dat stelt dus wel de nodige eisen aan de mens.
JOHANNES ROEPT OP TOT BEKERING
Het Oude Testament beschrijft het volk Israël als Gods instrument in de wereld. Zij zijn een ‘koninkrijk van priesters, een heilig volk’ (Exodus 19:6). Dit hele volk is Gods priester in de wereld. Door Israël heeft God het heil voor de hele wereld op het oog. Dat kan alleen als dat volk een heilig volk is. Israël was dat vaak niet. Jezus verwacht van zijn kerk dus iets anders. Let op hoe het werk van Jezus begint: met een dringende oproep via Johannes de Doper die voor Hem uitging.
Let op de drie gebeurtenissen in Matteüs 3:1-2. Johannes de Doper verkondigt een boodschap. Hij valt met de deur in huis en zegt: ‘kom tot inkeer’. Want Israël voldeed niet aan haar priesterlijke opdracht. De farizeeën en sadduceeën lopen hier ook rond en willen zich laten dopen. Jezus noemt hen ‘addergebroed’, want zij brengen niet die vruchten voort die bij een nieuw leven horen (vers 7-8). Dat is dringend noodzakelijk met het oog op de derde stap: ‘het koninkrijk van de hemel is nabij’.
De mens komt tot inkeer en gaat op de ingeslagen weg voort. Dat lukt niet op eigen kracht. Daarom komt er na Johannes iemand die niet met water doopt, maar met de heilige Geest en met vuur (vers 11). Dat is Jezus Christus. Inderdaad, Hij doopt niet met water.
EEN DOPENDE JEZUS?
Alleen Johannes zegt welgeteld één keer dat Jezus doopt, maar noemt niemand bij naam (Johannes 3:22). Jezus doopt zelfs niet zijn eigen leerlingen. Er zijn nogal wat leerlingen van Johannes die Jezus gaan volgen en zij zijn al begonnen aan die nieuwe levenswandel.
Direct voor deze tekst staat het gesprek met Nicodemus. Jezus zegt dat iemand geboren moest worden uit water en geest. Dit gesprek maakt duidelijk hoe belangrijk Jezus de rol van de heilige Geest vindt. Geen evangelist geeft zoveel aandacht aan het werk van de Geest als Johannes (14:15-31 en 16:5-15). Zo sluit Jezus na Zijn opstanding het bezoek aan zijn leerlingen af: ‘ontvang de heilige Geest’ (20:22). Dat wordt zeven weken later ten volle gerealiseerd met Pinksteren.
LAAT U DOPEN
God wil zijn eeuwige koninkrijk van vrede oprichten. Ter voorbereiding daarop komen zij die daarvan deel willen uitmaken, tot inkeer. Als teken van die levensverandering laten ze zich dopen. De apostelen doen dit later precies zo. Petrus beëindigt zijn toespraak door te zeggen dat Jezus de troon van David bestijgt. Na zijn hemelvaart zet Jezus zich aan de rechterhand van zijn Vader en is door God tot Heer en Messias aangesteld (Handelingen 2:30,33,36).
De toehoorders zijn hiervan zo onder de indruk dat ze vragen ‘Wat moeten we doen, broeders?’ Het antwoord van Petrus: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden (Handelingen 2:37-38).
Het gaat dus opnieuw om een radicaal ander leven en door de doop laat je zien dat je dat wilt. Door tot inkeer te komen ontvang je vergiffenis en die onmetelijk grote bron van kracht, de heilige Geest.
EEN DOPENDE GEMEENTE
Een doopdienst is een vreugdevolle gebeurtenis. Tegelijkertijd moet de gemeente zich bewust zijn dat het gaat om het verbond dat iemand sluit met God. De dopeling wordt in de eerste plaats een deel van het lichaam van Christus en niet van een menselijk instituut. Binnen de Adventkerk maken we daarom onderscheid tussen gedoopt worden in het lichaam van Christus en lid worden van een gemeente. God zelf zet de namen van mensen in het boek des levens. Wij houden alleen een ledenlijst bij.
Nadat iemand het verbond met God is aangegaan nemen we hem of haar op als lid: van de wereldwijde kerk en van de plaatselijke gemeente. Het past de kerk dus om zich bescheiden op te stellen. Zij voert de doop met water uit. Dat deed Johannes de Doper ook al, maar hij wist dat wie na hem komt met de heilige Geest zal dopen.
Je verandert niet door de doop met water, maar alleen door de doop met de heilige Geest. Alleen dan is er sprake van echt tot inkeer komen. Je verandert niet door een handeling van buitenaf (de doop), maar door de Geest van binnenuit. Alleen dat bereid je voor op Gods koninkrijk, omdat je daardoor de beginselen van het Godsrijk gaat begrijpen en uitleven.
Meer weten
Meer weten over de geloofspunten? Het bekende boek van dr. Reinder Bruinsma Wat zevendedags-adventisten geloven is in een nieuw jasje gestoken. Het boek is volledig in kleur en behandelt de in 2015 herziene geloofspunten. Te koop bij het servicecentrum voor slechts €5,95.
Dit bericht werd gepubliceerd in Advent 3 2018: Loslaten/vasthouden en is onderdeel van de reeks Weten wat je gelooft. Thijs de Reus is predikant van Emmen en districtsvoorzitter van Noord-Nederland.